Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal te dien dage geschieden, dat Ik aan Gog aldaar een grafstede in Israel zal geven, het [18]dal der doorgangers naar het oosten der zee; en datzelve zal den doorgangers [den [19]neus] stoppen; en aldaar zullen zij begraven Gog en zijn ganse menigte, en zullen het noemen: [20]Het dal van Gogs menigte. 18. Van deze plaats wordt nergens meer in de Heilige Schrift vermeld. Eenigen menen dat de naam aan deze plaats gegeven is van de doorgangers, onder vs.14,15, of het kan ene vallei geweest zijn, waar de gewone pas was langs de zee Cinnereth, of Gennesareth, naar Syrie, enz., in het noordoosten; of bij de Dode zee naar Egypte, Arabie, enz. in het zuidoosten van Kanaan. De lezer kan hiermede vergelijken Joel 2:20. Sommigen verstaan de laagten in Gilead in het oosten over de Jordaan, waar de kooplieden veel doorreisden en handelden; zie Gen.37:25. 19. Neus en mond, vanwege den stank of sterken reuk; vergelijk Joel 2:20. Anders, [dan pas, of het gezicht] stoppen, sluiten, vanwege de menigte der doden; of [gelijk sommigen] den mond stoppen, zodat zij Israel niet meer in het doorgaan zouden bespotten. 20. Hebreeuws, Ge Hamon Gog.